donderdag 15 januari 2015

Stormschade

Het was moeilijk, verwachtingspatronen. Ze staarde naar het woeste water. Het was onstuimig weer en zo voelde zij zich ook. Het was donker en in de verte hoorde ze het verkeer razen. Duizenden voertuigen die de inktzwarte nacht in reden op weg naar waar dan ook tot één een hert aanreed of een hinde. Met een daverende klap, gierende remmen en dan de stilte. Ze zag het zo voor zich. Ze was er zelf zo dikwijls bang voor geweest als ze met haar oude Volvo door de Veluwe reed maar gelukkig was het haar nog nooit overkomen. Soms voelde zij zich ook als aangereden wild. Hopeloos, stuiptrekkend, wachtend op wat komen ging, daar waar vluchten geen mogelijkheid meer was.

Ze keek op haar GSM. Net als haar auto was het een oud toestel. Eigenlijk zou ze een smartphone moeten kopen maar deze deed het nog. Het was een Motorola die ze ooit een keer had gekocht. Veel gebruikte ze hem niet, ja, om met hem te sms-en. Eigenlijk deed ze dat wel heel erg vaak omdat ze vaak het gevoel had hem nodig te hebben. Nu kon het even niet. Hij moest zijn aandacht aan iets anders besteden en ze voelde zich schuldig dat ze hem had laten weten dat ze zijn steun miste. Ze kon het toch niet weten? Als ze het geweten had, dan had ze dat bericht nooit gestuurd. Nu moest ze afwachten en dat vond ze vreselijk moeilijk. Ze had hem deze week heel erg nodig gehad, er was van alles gebeurd dat haar van streek had gemaakt. Uiteindelijk was het haar wel gelukt om het alleen te rooien maar dat was niet gemakkelijk geweest. Het voelde een beetje alsof ze opging in de massa, zoals een visser met zijn bootje op de stille oceaan.  In het eindeloze niets was je niet meer dan een fragiel iets dat je met het minste of geringste kapot kon maken. Zo kwetsbaar kon een mens zijn.

Ze voelde zich schuldig en wist zich geen raad met zichzelf. Ze maakte zich ook zorgen. Het was een hard gelag. Soms stelde het leven eisen aan je waar je onmogelijk aan kon voldoen... stelde zij die eisen niet ook aan mensen waarvan ze kon weten dat ze onredelijk waren. Ze vloekte zachtjes en kneep haar handen tot vuisten. Het gebeurde talrijke keren dat haar emoties met haar op de loop gingen en dat haar denken werd beheerst door de taal die haar hart sprak. Eigenlijk was ze één en al emoties. Op de rustige momenten kon ze het perfect relativeren maar op de andere momenten kwam het verstand als verliezer over de finish en was het al te laat. Ze kon niets anders dan afwachten. Afwachten op wat hij ging zeggen, afwachten op hoe hij er aan toe zou zijn en afwachten of hij nog ging reageren op haar sms'jes of dat hij het liet bij een gesprek. Ze verlangde naar een vriendschappelijke knuffel van hem.

woensdag 7 januari 2015

Schipbreuk

"In my heart I know I failed you
But you left me here alone."


"Nog nooit was de angst voor de afwijzing zo groots en meeslepend, alsof het door een roofdier mee de grot in werd gesleurd en werd verscheurd aan 1000 stukken"

Ze staarde over het water, het rimpelde, golfje voor golfje trok aan haar voorbij. In haar hoofd hoofd denderde het voort, de sneltrein die onbestuurbaar was geworden. De remmen versleten, hij koerste de inktzwarte nacht in, sneller en sneller. Ze verbeet haar tranen en gooide een steen in de golven. Het patroon werd abrupt doorbroken en zo voelde het ook een beetje. Dat ene telefoontje had alles in de war gebracht, ze stond tussen complete vertwijfeling en zoekend naar het juiste antwoord in.

Ze liet zich in het gras vallen en staarde naar de grijze hemel. Een dicht wolkendek had samen gepakt en weldra kwamen daar de eerste druppels. Waarom?! Ze wilde weten waarom maar ergens wist ze het wel. Ze kon dit niet, niet nu niet op dit moment. Het was als zout in open wonden, het was als een deur die voor haar neus werd dicht gesmeten, hermetisch gesloten voor altijd. Ze sloot haar ogen en voelde een dikke brok in haar keel, was dit het nou? Was dit waar ze het mee moest doen? Waarom voelde dit als een enorme afwijzing?

De regen viel in ragfijne druppels gestaag uit de lucht, het was koel en haast sereen. De stilte was oorverdovend tot een eend snaterend de stilte doorbrak. Ze moest er met hem over praten maar snapte hij haar wel? Kwam dit nog goed? Was dit waar ze het vanaf nu mee moest doen? Waar was de veiligheid van zijn sterkte armen? Waar was de veiligheid van zijn zorgzaamheid? Was dit de nieuwe koerst die hij ging varen en waarbij zij of mee mocht varen of achterbleef in de haven, de gehavende haven waar de meeste schepen reeds waren verbrand?

Zoveel vragen en zo weinig antwoorden. Ze wist het gewoon even niet meer.




Op de thee bij de dominee #25

 Het is triestig weer. Miezerregen en niet uitgesproken warm. Met de leenauto naar Wierden! Tieske ophalen voor een wandeling en daarna babb...